Tafeleend ( Aythya ferina )

 

Tafeleenden zijn duikeenden die vooral in de herfst, winter en het vroege voorjaar in Vlaanderen te zien zijn.

Ze houden zich meestal in groepen op en zijn na zonsondergang het meest actief.

Opvallend is dat het mannetje van de tafeleend al in juni wegtrekt, als het vrouwtje nog aan het broeden is.

De vrouwtjes en de jongen volgen later.

Het mannetje heeft een roodbruine kop met fel rode ogen, een zwarte borst en stuit en verder een lichtgrijs verenkleed.

Het vrouwtje is minder opvallend, met een lichtbruine kop en stuit, en op de romp een licht grijsbruin verenkleed.

Tafeleenden komen voor bij meren, moerassen en langzaam stromende rivieren met voldoende oeverbegroeiing.

Ze broeden in de buurt van meren en moerassen, met een minimale waterdiepte van 1 meter. In de winter op groter, open water.

De soort is omnivoor en eet zowel zaden, wortels en waterplanten als insecten, larven, amfibieën en kleine visjes.

Duikt naar voedsel onder water. 

De Belgische  broedvogels trekken niet weg.

In de winter krijgen zij gezelschap van grote groepen noordelijke populaties die vanaf september naar ons land komen, maar ook in landen rondom de Middellandse Zee worden aangetroffen.

Is het bij ons een koude winter, dan trekken de tafeleenden ook wel door naar Frankrijk en Engeland.