Gestippelde houtvlinder ( Zeuzera pyrina )

 

De zes grote, blauwachtig zwarte vlekken op het dichtbehaarde borststuk en de gestippelde witte vleugels zijn kenmerkend voor deze soort.

De antennen van het mannetje zijn aan de basis geveerd.

Vliegt van eind mei-eind augustus in één generatie.

De vlinders worden overdag soms rustend op boomstammen gevonden.

De mannetjes komen op licht, de vrouwtjes zelden.

Rups: augustus-juni.

De rups overwintert tweemaal en voedt zich met het hout van dunne jonge stammetjes of takken met een diameter van hooguit 10 cm.

De rups verpopt zich uiteindelijk vlak onder de bast.

De eieren worden afzonderlijk of in kleine groepjes op de schors afgezet.

Waardplanten : Diverse loofbomen, waaronder lijsterbes, eik, gewone es en paardenkastanje; ook diverse fruitbomen.

Habitat : Vooral open bossen en struwelen; ook tuinen, boomgaarden en parken.