Valse kamille ( Anthemis arvensis )

 

 

De soort is in België en Nederland eerder zeldzaam geworden.

Vroeger was het een veelvoorkomende plant.

Het geslacht schubkamille onderscheidt zich van het geslacht kamille (Matricaria), doordat bij schubkamille stroschubjes in het bloemhoofdje voorkomen.

Dit zijn de vliesjes die zich tussen de verschillende buisbloempjes bevinden.

De valse kamille heeft een zwakke geur in tegenstelling tot de stinkende kamille (Anthemis cotula).

De plant is eenjarig, kan 30-60 cm hoog worden en bloeit van juni tot eind september.

 

Anthemis arvensis groeit op droge voedselrijke gronden , zoals bermen of akkers waar het dan meer als onkruid beschouwd wordt.
De aromatische bladeren zijn langwerpig en geveerd, zacht behaard of kaal.
Bloemen lijken op kleine margrieten, een witte stralenkrans rond een hart van gele buisbloemen.

Anthemis komt van het Griekse anthemom wat verwijst naar de rijke bloei.

De soortnaam arvensis betekent op akkers groeiend.