Gewone Eikvaren ( Polypodium vulgare )
De gewone eikvaren valt in de herfst tussen de dode bladeren meteen op.
De bladeren van deze varen komen direct tevoorschijn uit de wortelstokken.
Ze kunnen daardoor grote oppervlakken bedekken.
De bladeren vallen op door hun vorm die door de smalle deelblaadjes veel op een visgraat lijkt.
De sporenhoopjes vind je aan de onderkant van de bladeren vanaf de maand juli.
Ook op oude muren komt de gewone eikvaren voor.
Het is een lage plant van ongeveer 25-40 cm hoog, de bladeren staan op korte afstanden van elkaar vanuit een vertakte wortelstok. Deze kruipt over de bodem, of is vlak daaronder te vinden.
Nieuwe bladeren worden in de vroege zomer gevormd.
Wanneer de jonge bladeren verschijnen, sterven de oudere af.
Op het oppervlak van de vrij dikke wortelstok zijn de littekens van oudere bladaanhechtingen te vinden.
De bladsteel is relatief lang, blad en bladsteel dragen geen schubben, maar de wortelstokken wel, deze zijn aan de voet breed, maar aan de top smal spitsvormig.
Het is een groenblijvende varen.