Hangbuikzwijn

 

 

Het hangbuikzwijn komt van oudsher voor in Noord-Vietnam.

Hier worden ze op kleine familiebedrijfjes gehouden voor het vlees en de mest.

De eerste Vietnamese hangbuikzwijnen kwamen in 1866 naar Europa ter gelegenheid van de opening van de dierentuin in Budapest. In de jaren ’60 van de vorige eeuw werden Vietnamese hangbuikzwijnen geïmporteerd door laboratoria.

Dit ter ontwikkeling van minivarkens als proefdier.

Zwarte Vietnamese hangbuikzwijnen uit de Stuttgarter Zoo en bontgekleurde Vietnamese hangbuikzwijnen uit de Oost-Berlijnse Zoo zijn door de Universiteit van Göttingen gebruikt voor de ontwikkeling van het Göttinger minivarken.

 

Het hangbuikzwijn is een van de bekendste hobbyvarkensrassen.

Het is klein, heeft korte poten en een rechte staart.

De rug is iets doorgezakt en de typische hangbuik raakt soms de grond.

De kleur is meestal zwart, maar ook roze (witte) hangbuikzwijnen komen voor.

De relatief dikke huid is geplooid, vooral op de kop.

Volwassen dieren kunnen een gewicht van 70 tot 100 kilo bereiken.

Hangbuikzwijnen bereiken een maximum leeftijd van 10 tot 15 jaar,  in zeer gunstige gevallen kunnen ze zelfs 20 jaar oud worden .  

 

Het hangbuikzwijn vervet snel en heeft geen al te beste poten.

Een uitgebalanceerd dieet is bij dit ras daarom zeer belangrijk.

Ook de huid heeft speciale verzorging nodig, aangezien er veel vuil tussen de plooien kan gaan zitten.

Houders van hangbuikzwijnen hebben deze varkens vooral voor hun plezier.

Ze doen het vanwege hun rustige karakter ook goed op kinderboerderijen. 

 

Hangbuikzwijnen zijn veel vroeger geslachtsrijp dan gangbare varkens.

Beertjes kunnen al seksueel gedrag vertonen vanaf een leeftijd van 6-8 weken en bovendien fertiel sperma produceren.

Vaak zijn ze op een leeftijd van 8-10 weken seksueel volwassen en ze kunnen vanaf een leeftijd van 12-15 weken voor de fok gebruikt worden.

Zeugjes zijn seksueel volwassen op een leeftijd van 3,5-4 maanden.