Europese tjiktjak ( Hemidactylus turcicus )

 

 

Andere benamingen zijn : Mediterrane tjiktjak of Schijfvinger.

De Europese tjitjak is meestal witgeel met een luipaard achtig patroon van bruine vlekjes op de rug en een bruin en geel gebandeerde staart.

Er zijn minder variaties dan bij de tjiktjak (Hemidactylus frenatus) maar het verspreidingsgebied is ook aanzienlijk kleiner.

De huid van deze soort is een beetje doorzichtig en rozeachtig van kleur.

De eieren van zwangere vrouwtjes zijn hierdoor goed te zien.

De gekko wordt maximaal 16 centimeter lang inclusief staart.

 De tenen hebben kleine lamellae (hechtkussentjes) en huidflappen over de tenen.

Op de flanken en de staartwortel bevinden zich kleine stekelachtige bultjes.

De ogen hebben een verticale pupil.

 

De Europese tjitjak is een schemer en nachtactieve soort die dan op zoek gaat naar insecten en larven.

Hagedissen die aan de randen van steden leven komen op de insecten af die weer op licht afkomen, waardoor het lijkt alsof de gekko's de mens opzoeken.

De mannetjes lokken de vrouwtjes met jammerende geluiden die lijken op het miauwen van een kat.

Als de mannetjes om een vrouwtje vechten, of als ze worden aangeraakt, kunnen ze ook knorrende of gillende geluiden produceren. De eieren zijn bijna rond en meten gemiddeld 1 bij 1,5 centimeter.

Als de jonge hagedissen uit het ei kruipen zijn ze 4 tot 5 centimeter lang.

 

De habitat bestaat uit mediterrane scrublands, rotsige omgevingen, droge grotten en kustmoerassen.

Ook in door de mens aangepaste streken zoals plantages, landelijke tuinen en stedelijke gebieden kan de hagedis worden gevonden.

De Europese tjitjak heeft een groot verspreidingsgebied en komt voor in vele delen van Europa.