Groene didea ( Didea alneti )

 

Zeldzame grote zweefvlieg en vaak lichtgroene, soms blauwachtige of gele achterlijfstekening.

Bij dode exemplaren verkleurt de groene of blauwe kleur vaak naar geel.

Verder herkenbaar aan zwarte haltertjes, zwart rugplaatje en bij het vrouwtje ziet men een zwarte tekening op het voorhoofd. Lengte Lengte tussen de 7-16 mm.

 

Te vinden van West-Europa tot in Japan en in NoordAmerika.

In Europa van Ierland en Noord-Scandinavië tot in Centraal-Europa en de Pyreneeën.

In Zuid-Europa beperkt tot berggebieden.
Leven in lof- en naaldbos op zandgrond, doorgaans droog, met enige ondergroei.

Ook op halfopen heideterreinen.
De vliegen worden gevonden bij struweel, op graslanden enin bloemrijke wegbermen bij bossen, waar ze op bladeren
zitten en bloemen van bijvoorbeeld lijsterbes bezoeken.


Mannetjes vertonen zweefgedrag langs bosranden en opopen plekken in bossen op enkele meters hoogte.

De larve is gevonden bij bladluizen op naaldbomen en op eik.

Het popstadium duurt circa twee weken.

Deze zweefvlieg voor het eerst gespot in eigen tuin half september te Lommel op een Roos.