Issus coleoptratus
Deze cicade is een veelvoorkomend insect.
De kleur van het insect kan variëren van lichtbruin en olijfgroen tot bijna zwart.
De voorvleugels zijn voorzien van een netwerk aan fijne adertjes.
Er is slechts een generatie per jaar.
Het diertje kan springen maar is niet in staat om te vliegen, in tegenstelling tot de meeste leden van zijn familie.
Het voedt zich met het floëem van verschillende bomen, zoals lindebomen, eiken, esdoorns, berken, iepen en hazelaars.
De nimfen van dit insect hebben een kleine, tandwiel-achtige structuur op elk van hun achterpoten.
Deze tandwieltjes hebben tanden die in elkaar grijpen en houden de poten gesynchroniseerd als het insect springt.
Deze tandwielen zijn de eerste, volledig functionerende, in elkaar grijpende tandwielen, ontdekt in de natuur.
De insecten verliezen deze radertjes als ze volwassen worden.
Soms is zichtbaar dat nimfen die levend plantmateriaal gegeten hebben, lange wasachtige filamenten afscheiden vanaf dorsale poriën boven de anus.
Het exacte doel van deze klieren is nog niet bekend.
Bij andere cicadesoorten is dit beschreven als zou dit een rol spelen bij de veilige verwijdering van honingdauw door het bekleden van de uitgescheiden druppeltjes met wasachtige strengen waardoor ze besmetting van het lichaam voorkomen.