Zwerminktzwam ( Coprinellus disseminatus )

 

De zwerminktzwam komt voor van  de lente tot de late herfst  op stronken of dode stammen van loofbomen.

De hoed is tot 20 mm breed en eikelvormig tot half bolvormig.

Aanvankelijk is de paddenstoel geheel licht geelachtig bruin en bedekt met fijn, vezelig velum, maar later wordt de hoed gelig grijs.

De hoed is gegroefd of gestreept, bijna tot de centrale schijf, daarom wordt de soort ook wel grijs streepklokje genoemd.

Er zitten heel fijne haartjes op de hoed, die enkel met een loep goed te zien zijn.

De net als de hoed geheel fijn behaarde steel is 10-45 mm lang en 1-1,5 mm dik.

Het is wit gekleurd en aanvankelijk een beetje gepoederd. 

De lamellen zijn eerst  crèmegrijze en  later donkerbruin en  zitten vast aan de stengel en hebben een gladde witte rand.

Het is een zeer algemeen voorkomende paddenstoel.