Schubbige oesterzwam ( Pleurotus Dryinus )

 

Gebolde tot schelp of waaiervormige, bleek grijze hoed (Ø 4-15 cm), met fijn vezelig, later glad oppervlak.
Lamellen wit tot crèmekleurig, vrij dicht opeen, langs de steel aflopend.

Sporen wittig.
Steel zijdelings aangehecht, kort, vaak met een ring van velumresten, onderaan viltig.
Ruikt aangenaam kruidig.

Groeit op levende of dode stammen van loofbomen.