Zuidelijk spitskopje ( Conocephalus fuscus )

 

Mannetjes bereiken een lengte van 12 tot 18 millimeter, de vrouwtjes zijn 13 tot 18 mm lang.

De lichaamskleur is groen, het halsschild heeft een brede, bruinrode en duidelijk lichtomzoomde band.

De mannetjes hebben korte cerci, die uitsteeksels op ongeveer het midden hebben die naar elkaar wijzen.

Het vrouwtje is te herkennen aan de bruine, lange en nauwelijks gebogen legboor.

Deze soort is langvleugelig, de vleugels zijn aan de bovenzijde bruin gekleurd.

De antennes zijn ongeveer drie keer zo lang als het lichaam.

Het zuidelijk spitskopje komt voor in geheel België.

De habitat bestaat uit biotopen met een dichte vegetatie, zowel in vochtige als drogere gebieden kan de soort worden aangetroffen.

Ook graslanden die niet worden gemaaid als hooilanden en wegbermen zijn geschikt.

Het zuidelijk spitskopje is eenmaal volwassen actief gedurende de maanden juli tot oktober, de mannetjes laten zich vooral horen tussen elf uur ´s ochtends en zeven uur in de avond

Het voedsel bestaat uit planten zoals kruiden en grassen en ook kleine insecten als rupsen en bladluizen worden gegeten.