Doodshoofdaapje ( Saimiri sp. )

 

Het doodshoofdaapje leeft langs de bosrijke rivier oevers in Midden- en Zuid-Amerika.

Ze worden ongeveer 25 cm. lang.

De staart die twee keer de totale lichaamslengte kan zijn helpt bij het klimmen, of het vasthouden aan takken.

Doodshoofdaapjes leven in groepen van  8 tot soms wel 200 dieren.

De grootte van de groep hangt samen met de hoeveelheid voedsel in een gebied.

De vrouwtjes bepalen de activiteiten in de groep, de mannetjes bemoeien zich er niet mee.

Het doodshoofdaapje eet voornamelijk vruchten en insecten, maar ook eieren en jonge vogels.

Door hun gewicht  van slechts 500 gr. kunnen ze zelfs op de dunne takjes of twijgen komen om voedsel te zoeken.

Deze apen soort heeft erg veel vijanden, ocelotten, marters, arenden en boa's.

Vooral 's nachts zijn ze kwetsbaar.

De hele groep slaapt dicht tegen elkaar gelegen op een tak.

Hierbij slaan ze staarten over elkaar heen.

Op deze manier wordt bij onraad de hele groep razendsnel gewaarschuwd.

Doodshoofdaapjes hebben een korte, dichte en zachte vacht.

De rug, armen, handen en voeten zijn roodachtig of geel van kleur, de schouders en achterpoten zijn meer grijzig.

De buikzijde is gelig of licht oker.

De staart heeft een zwarte punt.

De bovenkant van de kop is zwart tot grijzig van kleur, en het gebied rond de ogen en oren is wit, evenals de keel en beide zijden van de nek. De huid rond de lippen en de neusgaten is kaal en zwart van kleur.