Blauwe gnoe ( Connochaetes taurinus )

 

De blauwe gnoe is een grote antilopesoort met een grote, brede kop.

De voorpoten zijn langer dan de achterpoten.

Hij heeft een donkergrijsbruine tot leiblauwe tot bleekgrijze vacht.

Over de nek, schouders en in mindere mate de flanken lopen donkere verticale strepen.

De snuit is van de neus tot het voorhoofd geheel zwart en de poten okergeel tot bruin.

Verder heeft deze soort zwarte, warrige, lange manen over de nek en de schouders, een lange, zwarte staart die bijna de grond raakt en een baard op zijn nek en kin, die geheel wit tot zwart van kleur is.

Kleuren verschillen per ondersoort.

Beide geslachten hebben hoorns. Deze zijn 40 tot 73 centimeter lang, lopen eerst plat en krommen dan omhoog naar binnen toe.

Hij komt vaak in grote groepen voor op de savannen van oostelijk en zuidelijk Afrika.

Beroemd zijn de grote trektochten die deze soort onderneemt.

De blauwe gnoe is samen met de witstaartgnoe een van de twee nog levende soorten gnoes.