Groene schildwants ( Palomena prasina )

 

De wants dankt zijn naam aan de groene kleur, alleen de punten van de vleugels aan de achterzijde van het lichaam zijn bruin.

Vlak voor de winterslaap kleurt de wants echter geheel bruin om in de lente weer groen te worden.

Het tweede deel van de naam, stinkwants, slaat op de smerig ruikende substantie die uit klieren aan de zijkant van het borststuk worden afgescheiden ter verdediging.

De wants is algemeen in grote delen van Europa en komt ook in België en Nederland algemeen voor en kan plaatselijk erg talrijk zijn.

Ze leven van plantensappen die met de steeksnuit worden opgezogen.

Hierdoor wordt schade aangericht aan gewassen en bovendien krijgen de planten een typische 'wantsengeur'.

Vooral de hazelaar is een belangrijke voedselplant, door de aangebrachte schade wordt de soort als een plaaginsect gezien.

De jonge wantsen worden nimfen genoemd en ze lijken meer op kevers dan op wantsen door het ronde en bolle lichaam.

De wants leeft overal waar voedselplanten groeien en kan gevonden worden in plantages, bossen, graslanden met geschikte struiken en moerassen.

Vanwege de gevarieerde begroeiing van tuinen en parken is de groene schildwants hier niet zeldzaam.