Zuidelijke hoornraaf ( Bucorvus leadbeateri )

 

De zuidelijke hoornraaf leeft in het zuidoosten van Afrika.

Zijn leefgebied bestaat uit savannes, droge, open bosgebieden en graslanden tot op een hoogte van 3000 meter.

Deze hoornraaf is een grote vogel van 90 tot 129 cm.

Vrouwtjes wegen 2.2 tot 4.6 kilogram en de mannetjes 3.5 tot 6.2 kilogram.

De vleugellengte bedraagt 49.5 tot 61.8 cm en de staartlengte is 29 tot 36 cm.
De vogel is zwart van kleur.

De handpennen van de vleugels zijn echter wit wat alleen te zien is als de vogel vliegt.

De zuidelijke hoornraaf heeft een naakte huid rond de ogen en een naakte keelzak.

Deze huid is over het algemeen rood van kleur.

Alleen direct onder de snavel is de huid bij de vrouwtjes blauw tot zwart van kleur.

Bij onvolwassen vogels is de naakte huid geel tot grauwbruin.

In het algemeen wordt aangenomen dat de naakte huid tot doel heeft stof uit de ogen te weren.
De snavel is zwart en iets omlaag gebogen.

Op de bovensnavel is een hoorn waarneembaar die echter veel minder groot is dan bij de noordelijke hoornraaf.

De vrouwtjes zijn over het algemeen wat kleiner dan de mannetjes en de "hoorn" is ook minder goed zichtbaar.

Deze vogels brengen veel tijd op de grond door. Ze lopen net zoals een kraai.

De zuidelijke hoornraaf leeft in groepen van twee tot tien vogels.

Ze maken niet veel geluid, behalve in het broedseizoen wanneer ze een partner zoeken.

Het lage geluid wat ze maken is tot op 3 kilometer te horen.

Door de keelzak te vullen met lucht en deze weer los te laten wordt dit geluid geproduceerd waarmee ze ook met hun familieleden communiceren.

Ook wordt door dit geluid het territorium, wat ongeveer 100 vierkante kilometer bedraagt, bevestigt.

Deze vogel zoekt zijn eten op de grond.

Zijn dieet bestaat voornamelijk uit insecten en vooral tijdens het droge seizoen uit slakken, kikkers en padden en soms ook grotere prooien zoals slangen, hagedissen, ratten, hazen, eekhoorns of schildpadden.

Af en toe worden ook vruchten en zaden gegeten.