Noordelijke karmijnrode bijeneter ( Merops nubicus )

 

De vogel is 36 tot 38 cm lang.
De kop en de keel zijn donker groenblauw gekleurd, de vleugels en de buik zijn scharlaken rood.

De noordelijke karmijnrode bijeneter eet, zoals de naam al zegt, voornamelijk bijen.

Ook andere insecten worden regelmatig gegeten, ze worden alle in de vlucht gevangen.

De bijeneter brengt ze vervolgens naar een tak, waar hij, indien nodig de angel verwijdert.

De insecten worden in een keer doorgeslikt.

De bijeneter jaagt meestal vanaf een uitkijkpost, zoals een uitstekende dode twijg.
De vogel broedt van augustus tot november.

De vogels broeden in kolonies.

Hij nestelt voornamelijk in oeverwanden, in een kolonie met vele nesten op één plek.

Het nest bevindt zich aan het eind van een lange nestpijp, tot meer dan een meter lang.

Elk paartje heeft een eigen nestpijp.

De vogels graven deze uit met snavel en poten.

Het eerste houvast word gemaakt door een aantal keer tegen de wand aan te vliegen.

Achterin de nestpijp wordt een nestkamer uitgegraven, waarin het vrouwtje 3 tot 5 eieren legt.

De eieren zijn wit, zodat de ouders ze goed kunnen zien in het donker.

Als de jongen eenmaal uitgekomen zijn, worden ze door beide ouders gevoerd, met insecten.
De noordelijke karmijnrode bijeneter komt voor in een brede zone onder de Sahara van West-Afrika tot Oost-Afrika en bereikt in Kenia het zuidelijkste stuk van het verspreidingsgebied.