Kuifeend ( Aythya fuligula )

 

Met hun zwart-witte verenpak en kuif zijn de mannetjes van de kuifeend onmiskenbaar.

In tegenstelling tot de wilde eend duiken kuifeenden naar hun voedsel.

Het gele oog van deze vogel is opvallend.

Op de diepere wateren dobberen de kuifeenden graag rond, maar zeker in de winter zijn ze ook in het stedelijk gebied terug vinden. Kuifeenden eten waterdieren die tussen de waterplanten leven.

Ook de planten zelf worden gegeten.

 

Mannetjes zijn opvallend zwart met witte flanken, vrouwtjes overwegend bruin met lichtere flanken.

Zowel mannetjes als vrouwtjes hebben een kuif, maar deze is bij mannetjes langer.

In vlucht is te zien dat kuifeenden een witte baan over de slagpennen hebben lopen.

 

Broedt in Europa van Noorwegen tot aan het midden van Frankrijk, in laagland- en steppe-achtige gebieden.

Eutrofe wateren van 3-5 meter diep hebben de voorkeur, met eilanden om op te broeden en voldoende vegetatie ter beschutting.

De kuifeend komt veel voor op grote zoetwatermeren, reservoirs, vijvers en rustige, langzaam stromende rivieren.

 

 

Ze eten voornamelijk schelpdieren zoals zoetwatermossels, maar ook kreeftachtigen en andere waterdieren die tussen de waterplanten leven, staan op het menu. Ook waterplanten, zaden en granen worden gegeten. Ze duiken naar voedsel.

 

Belgische  broedvogels overwinteren voornamelijk in Zuid-Frankrijk, het Verenigd Koninkrijk en op het Iberisch schiereiland.

Overwinteraars bij ons zijn afkomstig uit Centraal- en Noord-Europa.

In Centraal en Noordwest-Europa zijn er veel standvogels.

Trekkende kuifeenden trekken weg uit hun broedgebied omstreeks september en komen daar weer aan rond april.

 

Standvogel

Zomergast

Wintergast