Zwarte C-uil ( Xestia c-nigrum )

 

Deze uil is te herkennen aan de opvallende strogele, soms enigszins rozeachtig of grijsachtig bruine driehoekige vlek langs de voorrand van de voorvleugel en het daaraan grenzende, scherp contrasterende zwarte vlak in de vorm van een hoekige C.

De strogele kleur strekt zich vaak verder uit langs de voorrand, maar is daar altijd minder licht dan in de vlek zelf.

De kraag is ook strokleurig.

De rest van de voorvleugel is grijsachtig bruin of donkergrijs met soms een roodachtige bestuiving en een donkerder wortelveld.

De achtervleugel is witachtig en langs de achterrand enigszins grijs bestoven.

Vliegt van half april-eind november in twee, soms drie generaties.

De vlinders komen zowel op licht als op smeer en bezoeken bloemen.

Waardplanten zijn diverse kruidachtige planten, waaronder brandnetel, dovenetel en wilgenroosje.

Hun habitat bestaat uit bossen, moerassen, allerlei gecultiveerde gebieden en tuinen.