Smaragdlangsprietmot ( Adela reaumurella )

 

Bij de smaragdlangsprietmot heeft het mannetje, net als bij de andere langsprietmotten, veel langere sprieten dan het vrouwtje.

Bij het mannetje zijn de sprieten ongeveer drie keer de lengte van de voorvleugel en bij het vrouwtje anderhalf keer.

Het mannetje heeft verder tamelijk lange donkerzwarte haren op de kop en het voorlijf.

Het vrouwtje heeft veel kortere haren en daarnaast twee streepjes met oranjeachtige haren tussen de ogen.

De voorvleugel is metaalachtig, donkergroen of blauwgroen, soms met een lichte oranje tint.

Vliegperiode in één generatie van april tot juni. 

Waardplant: beuk en eik.