Kleine beer (  Phragmatobia fuliginosa )

 

Een roze- tot roodachtig bruine beervlinder met enigszins doorschijnende vleugels.

Midden op de voorvleugel bevinden zich twee kleine donkere stippen, die soms met elkaar verbonden zijn tot een maanvormige vlek.

De achtervleugel is helder rozerood of licht roze (heel soms geel) met een zeer variabele grijze schaduw langs de achterrand; soms is het schaduwveld zo groot dat alleen het gedeelte bij de binnenrand roze is.

Sommige exemplaren missen de roze tint op de voorvleugel en zijn overwegend donkerbruin.

Vliegtijd van begin april-eind augustus in twee generaties, soms een partiële derde generatie van september-begin oktober.

De vlinders zijn zowel overdag als ´s nachts actief en komen op licht.

Vlinders van de eerste generatie zijn vaak overdag aan te treffen, vlinders van de tweede generatie vliegen vaker ´s nachts.

Diverse kruidachtige en houtige planten, waaronder weegbree, kruiskruid, struikhei, kardinaalsmuts en brem dienen als waardplant.

Habitat bestaat uit duinen, heiden, graslanden, open plekken in het bos, braakliggende landbouwgrond en tuinen.