Huismoeder ( Noctua pronuba )

 

De huismoeder is een vrij grote vlinder uit de uilenfamilie.

De vlinder heeft één generatie per jaar.

In de zomer gaan de vlinders in rust.

De vlinder heeft een spanwijdte van circa 60 millimeter en heeft zeer variabel gekleurde voorvleugels met als grondkleur roodbruin, grijsbruin of geelachtig en in het midden een ring- of niervormige vlek.

De achtervleugels zijn geel met een zwarte band langs de achterrand Huismoeders vliegen 's avonds vaak op het licht af en fladderen onrustig rond de lamp.

De rups is tot 50 mm lang en overwintert.

De rups is groen of lichtbruin met een smalle, lichtbruine rugstreep en twee rijen zwarte rugvlekken op het achterste stuk.

De verpopping vindt plaats in een holte in de grond.

De rups komt op verschillende waardplanten voor, zoals boswilg, gewone braam, grote brandnetel, glad walstro en paardenbloem.

Het is een vrij talrijk voorkomende vlinder in tuinen, parken, open cultuurland en open loofbossen.

In heel Vlaanderen algemeen voorkomend van mei tot en met september.