Granietuil ( Lycophotia porphyrea )

 

 

Een vrij kleine uil, die goed is te herkennen aan de zwarte en witte tekening op de roodachtig bruine voorvleugel.

Het grondpatroon is tamelijk constant, hoewel de details kunnen variëren; met name de verhouding tussen de lichte aders en de zwarte vegen en vlekjes is variabel.

De zwarte vegen en vlekjes zijn doorgaans het meest opvallend in het zoomveld, maar ook vaak tussen de ringvlek en de niervlek. Sommige exemplaren hebben een roze- of paarsachtig bruine voorvleugel; heel zelden is de vleugel grijs.

Vliegt van eind mei-half augustus in één generatie.

De vlinders komen goed op licht en bezoeken bloemen van struikhei; soms komen ze op smeer.

De vlinders zijn ook overdag bij zonnig weer actief.

De soort overwintert als bijna volgroeide rups en verpopt zich in een cocon in de grond.

Hun habitat bestaat uit heiden; soms tuinen met struikhei.