Gewone heispanner ( Ematurga atomaria )

 

Een zeer variabele soort van de zandgronden in het binnenland en de duinen is de gewone heispanner.

De grondkleur varieert van wit, vooral bij het vrouwtje, tot warm lichtbruin, geelbruin of donkergrijs.

Zowel de voor- als de achtervleugel heeft verscheidene donkerbruine dwarslijnen in de vorm van smalle banden die variëren in breedte.

De centrale dwarslijnen lopen bij de binnenrand van de voorvleugel naar elkaar toe en vloeien soms samen.

De banden zijn echter niet altijd even duidelijk, soms zijn er alleen donkere vlekjes aanwezig.

Het mannetje heeft sterk geveerde antennen, waardoor hij gemakkelijk is te onderscheiden van het bruin dikkopje en de aardbeivlinder, twee dagvlindersoorten die soms in dezelfde periode en in dezelfde habitat vliegen.

De ondersoort minuta is klein en somberder gekleurd; de grotere ondersoort atomaria  heeft een meer okergele tekening.

Vliegtijd begin april-begin augustus in twee generaties; de tweede generatie is partieel.

De vlinders zijn vooral bij warm weer overdag actief en laten zich gemakkelijk opjagen uit het gras of uit de hei.

Habitat: Vooral vochtige heiden; ook brede bospaden, graslanden en wegbermen.