Komkommerspin ( Araniella spec. )

 

Het vrouwtje kan ongeveer 6 mm groot worden en het mannetje ongeveer 4 mm.

Het achterlijf  is glanzend, geelgroen gekleurd en aan beide zijden van de middenlijn zitten 4-5 donker gekleurde putjes.

Het rugschild en de poten zijn groenachtig bruin gekleurd en hebben veel, lange stekels.

De volwassen dieren hebben aan het eind van het achterlijf over de spinklieren een rode vlek.

De pas uit het ei gekropen spinnetjes hebben een lichte kleur.

Nog niet geslachtsrijpe spinnen hebben in de herfst een rode of bruine kleur, waardoor ze tijdens de herfst een goede camouflage hebben. Pas in het voorjaar krijgen ze dan de groene kleur.

De gewone komkommerspin zit in het net, omdat ze door haar kleur niet opvalt bij insecten.

Het web heeft een doorsnede van ongeveer 10 cm en wordt ongeveer drie meter hoog opgehangen.

Het web bestaat uit 20-30 stralen met een vangspiraal van 10-15 windingen.

Het web kan ook als een halve cirkel zijn gemaakt.