Waterteunisbloem ( Ludwigia grandiflora )

 

Waterteunisbloem groeit in en langs onbeschaduwde, stilstaande tot langzaam stromende, voedselrijke wateren, als sloten, kanalen, plassen, meren, beken, rivieren, stadsgrachten en zand- en kleiwinningsputten.

Eénmaal gevestigd in het buitenwater vindt verdere verspreiding plaats door losgeraakte stengelfragmenten die door de waterstroming worden meegevoerd. Het is nog niet duidelijk in hoeverre de plant kiemkrachtige zaden kan vormen.

De plant komt oorspronkelijk uit Amerika, in  Vlaanderen komt deze vijverplant en exoot sinds 1975 in het wild voor.

Al in het begin van de 19e eeuw (1823) is zij in Europa geïntroduceerd.

Via de handel in vijverplanten is zij in Vlaanderen terechtgekomen.

De meeste, zo niet alle, groeiplaatsen in het buitenwater zijn te herleiden tot dumping van overtollige vijverplanten.

De soort staat op de zwarte lijst van exotische dieren en planten.

De plant wordt 10 tot 40 cm hoog.

De gele bloemen bloeien van juni tot september.

De vrucht is een doosvrucht.