Boerenwormkruid ( Tanacetum vulgare )

 

Het Boerenwormkruid is een algemene plant die het best groeit op zandige plaatsen in wegbermen en ruigten, langs rivieroevers en op industrieterreinen, telkens op een stikstofhoudende bodem.

Deze plant heeft verschillende stengels waaraan van juli tot september, soms nog tot november veel hoofdjes van gele buisbloemen een dichte, schermvormige pluim vormen.

Aan de rand staan de vrouwelijke bloemen.

In het centrum staan de tweeslachtige bloemen.

De bladeren zijn geveerd met diep ingesneden en gezaagde blaadjes.

De soort is bestand tegen grote schommelingen in het vochtgehalte van de bodem.

De bladeren zijn groen en ongeveer 40 cm. hoog.

De volwassen hoogte van deze vaste plant is ca. 80 cm.

De plant bezit een wortelstok.

Het Boerenwormkruid bevat stoffen die giftig zijn voor bepaalde ongewervelden (wormen, parasieten) en werd daarom vroeger vaak gebruikt als ligstro gebruikt in veestallen.

Ze wordt toch vaak bezocht door insecten.

Het is een belangrijke nectar- en stuifmeelbron voor vlinders, solitaire bijen, hommels en honingbijen.

Deze plant trekt vooral korttongige bijen zoals zijdebijen, tronkenbijen, zandbijen en groefbijen aan.

Onder meer de Wormkruidbij , de Duinzijdebij , de Zuidelijke Zijdebij , de Tronkenbij  en de Kruiskruidzandbij  worden frequent op Boerenwormkruid gezien.

Op deze plant kunnen de kokertjes worden aangetroffen van de zeldzame Wormkruidkokermot .