Akkerkool ( Lapsana communis )

 

 

Er zijn uitsluitend lintbloemen die geel van kleur zijn.

Het hoofdje heeft een doorsnede van 1,5–2 cm.

Er bevinden zich smalle omwindselblaadjes om de bloem, die lijnvormig en stomp zijn.

Er vormen zich kleine bloemhoofdjes op een vertakte stengel die tot 90 cm hoog kan worden.

Akkerkool groeit op zowel bebouwde als onbebouwde grond, bijvoorbeeld langs wegen, dijken, in bossen en tegen muren.

De bloemen zijn langgesteeld. Er vormt zich een losse pluim van hoofdjes.

De bloeiperiode loopt van juni tot augustus/september.

De onderste bladeren zijn liervormig veerdelig en hebben een grote eindslip. De bovenste bladeren zijn lancetvormig.

Akkerkool draagt een nootje met ribben en zonder haarkroon.