Blauwe breedscheenjuffer ( Platycnemis pennipes )

 

De blauwe breedscheenjuffer heeft lichte poten met verbrede schenen en een zwarte lengtestreep aan de buitenzijde.

Kop breder dan bij andere juffers, met twee lichte dwarsstrepen.

Borststuk met twee lichte schoudernaadstrepen in plaats van een, hierdoor een ‘drukke’ indruk makend.

Pterostigma’s oker tot roodbruin.

Mannetje: achterlijf flets blauw (soms bijna wit) met variabele zwarte tekening.

Op segmenten 1 tot en met 6 meestal een dunne zwarte lengtestreep.

Op segmenten 7 tot en met 10 is deze streep breder en over de lengte in tweeën gedeeld.

Vrouwtje: lichaamskleur beige, bij jonge dieren met oranje tint.

Bovenzijde achterlijf met dubbele zwarte streep, die naar achter toe breder wordt.

Op segmenten 2 tot en met 6 is deze streep vaak gereduceerd tot twee zwarte puntjes.

 

De Blauwe breedscheenjuffer komt voornamelijk voor bij langzaam stromende, zuurstofrijke beken, sloten en kanalen.

Daarnaast zijn populaties bekend van stilstaande wateren, zoals grote plassen, grindafgravingen en visvijvers.

De soort wordt gezien als indicator van zuurstofrijk water.

Veel wateren waar de soort voorkomt zijn deels beschut door bomen en struikgewas – de imago’s kunnen schuilen tussen de bladeren, de larven tussen de wortels.

De aanwezigheid van waterplanten is geen strikte voorwaarde voor het voorkomen van de soort, maar heeft een positieve invloed op de populatiegrootte.

 

De vliegtijd is van begin mei tot eind september, hoofdvliegtijd van eind mei tot half augustus.

Er zijn twee piekjes in de vliegtijd te zien: eind mei-begin juni en eind juli-begin augustus.

Dit heeft vermoedelijk betrekking op dieren die twee, respectievelijk een winter als larve hebben doorgebracht.

Imago’s zijn te vinden in grasvegetaties langs de oever, maar ook op grazige plekken ver van het water.

Bij verstoring vliegen vaak grote groepen uit het gras op.

De paring is ook niet aan het water gebonden; de mannetjes wachten niet tot vrouwtjes naar het water komen, maar gaan zelf actief op zoek.

Eitjes worden in tandem afgezet op allerlei drijvende en in het water staande planten. Dit gebeurt vaak groepsgewijs.