Zwartpootoldaatje ( Cantharis fusca )

 

Het zwartpootsoldaatje heeft een lichaamslengte van elf tot vijftien millimeter.

De kop en antennes zijn zwart, met uitzondering van de oranjerode monddelen en eerste antennesegmenten.

Het halsschild is oranjerood met in het midden een zwarte vlek.

Deze raakt de voorrand, maar loopt soms ook als een zwarte band tot de geheel zwarte dekschilden.

 

Ook het achterlijf is oranjerood en steekt vaak in een punt onder de dekschilden uit.

Het donker soldaatje heeft zwarte poten en is aan de onderzijde geheel oranjerood gekleurd.

De kever komt van mei tot juli overal algemeen voor, onder andere in tuinen, weiden, graanvelden en in kreupelhout in bos en wegranden.
Vaak is hij te vinden op bloemen en struiken waar hij zich met levende en dode insekten voedt.
Hij kan goed vliegen, maar zijn vlucht is langzaam.