Zowel imago's als larven zijn roofzuchtig en nachtactief, voeden zich met andere insecten, wormen en weekdieren.

Te vinden op de grond tussen bladafval en onder stammen.

Volwassenen zijn vluchtloos en over het algemeen aards, maar nachtelijk zullen ze vaak worden gevonden op boomstammen.

Ze komen het hele jaar door voor; overwinteren onder boomstammen, in de grond onder opgehoopt bladafval of onder heodestruiken op open heidevelden, en worden actief vanaf maart of april. 

Meestal zijn ze volledig zwart met een metaalblauwe of violette glans, die het meest zichtbaar is op het pronotum en de elytrale marges. 

Hoofd langwerpig met bolle en prominente ogen, robuuste onderkaken en prominente palpen die apicaal zijn afgekapt. 

Vertex uitgebreid gerimpeld hoewel dit fijner is dan dat op het pronotum, clypeus meestal glad.

Oppervlak sterk en dicht gerimpeld. 

Poten robuust en lang, scheenbeen glad langs de interne marge dwz zonder een inkeping voor het reinigen van de antenne. 

Mannelijke pro-tarsi verwijd.