Junikever ( Amphimallon solstitiale )

 

De kever heeft een uniform oranjebruine tot geelbruine kleur en is over het gehele lichaam behaard.

De beharing is in vergelijking met verwante kevers relatief lang.

De junikever bereikt een lichaamslengte van 14 tot 18 millimeter.

Hij leeft als larve ondergronds van plantenwortels.

Na twee jaar is de larve ontwikkeld, waarna de verpopping plaatsvindt.

De volwassen kevers zijn vanaf juni te zien, wat de Nederlandse naam verklaart.

De volwassen kevers eten van de bladeren van verschillende loofbomen.

In België en Nederland is de kever plaatselijk algemeen en kan soms in grote aantallen voorkomen.

Net zoals de meikever is de junikever vooral in de schemering actief.

Bij valavond vliegen ze uit.

Junikevers vertonen zwermgedrag: bij hoge boomtoppen vliegen ze rond om partners te vinden.

Maar ook andere hoge objecten, zoals elektriciteitspalen en dakgoten, doen dienst als ontmoetingsplaatsen.

Als een vrouwtje dan een mannetje te pakken heeft, laat het koppeltje zich gewoon uit de lucht vallen.