Gewone distelboktor ( Agapanthia villosoviridescens )

 

De Distelbok  , ook gewone distelboktor genoemd, is een kever die bij ons te zien is van mei tot september langs bosranden en –paden, in heggen, ruigtevegetaties en op vochtige plekken.

Deze algemene soort wordt tot 23 mm lang, zonder de antennes.

De dekschilden zijn bruingeel en egaal fijn gemarmerd, zonder vlekken of strepen.

Het schildje (het kleine driehoekje vooraan tussen de dekschilden) is geel en het halsschild is donker met drie gele lengtestrepen, waarvan de middelste het opvallendst is.

De grijs-zwart geringde voelsprieten (antennes) zijn even lang als het lichaam.

De kever is vooral te vinden op distels en schermbloemigen.

De larve ontwikkelt in de stengels van distelsoorten  en Zulte Aster .

Deze kever vliegt bij het naderen snel op naar een veilige plaats.

Bij direct gevaar laat hij zich soms vallen in de strooisellaag waar hij moeilijk terug te vinden is.

De larven leven onder meer op de stengels van Koninginnekruid.