Gevlekt wilgenhaantje larve ( Chrysomela vigintipunctata )

 

De kever kan 6.5 tot 9 mm lang worden en heeft tien vlekken op elk dekschild.

De kleur van de dekschilden kan grijswit, geel of rood zijn en in sommige gevallen kan hij daardoor enigszins op een lieveheersbeestje lijken. De kevers zijn echter meestal iets groter en hebben langwerpige zwarte vlekken.

De kop, de sprieten en de pootjes zijn zwart.

Het halsschild is ook zwart met meestal gekleurde randen in dezelfde kleur als het dekschild.

De kevers en hun larven kunnen van augustus tot april worden waargenomen op loofbomen in bossen en langs het water op berk, populier en wilgen.

Zowel de volwassen dieren als de larven eten van de bladeren en laten alleen de nerven over.