Aaskever ( Thanatophilus sinuatus )

 

Kleine tot middelgrote (8-14 mm) geheel zwarte, licht grijs of geel behaarde aaskever.

Vrouwtjes zijn te onderscheiden van Thanatophilus dispar aan de hand van de sterk halfrond ingesneden achterranden van de dekschilden.

Mannetjes (te herkennen aan de bredere tarsleden van de voor- en middenpoten) zijn zeer lastig te onderscheiden van Thanatophilus dispar.

Ze bezitten een klein tandje aan de, vaak onder het halsschild gelegen, schouders dat bij Thanatophilus dispar ontbreekt.

Soms verward met zwarte exemplaren van de zeldzamere Aclypea opaca.

Deze heeft een bredere kop met een zeer diepe V-vormige insnijding aan de voorrand. 

Thanatophilus-soorten hebben slechts een lichte, afgeronde inbochting aan de voorrand van de kop.

Vliegtijd voornamelijk maart-mei maar wordt ook wel in andere maanden aangetroffen.

Leven van kleine tot grote kadavers en komen voor in open gebieden.