Rode kelkzwam s.l. ( Sarcoscypha coccinea sl - incl. austriaca )

 

In Europa komen vier soorten kelkzwammen voor, waarvan in België en Vlaanderen drie soorten bekend zijn.

De Krulhaarkelkzwam, de Rode kelkzwam  en de Slijmspoorkelkzwam.

De kelkzwammen zijn macroscopisch niet van elkaar te onderscheiden.

Microscopisch nazicht is vereist om zeker te zijn over welke soorten het gaat.

De Slijmspoorkelkzwam werd tot hiertoe nog maar één keer in Vlaanderen waargenomen.

Het is een soort die meer in centraal Europa wordt waargenomen, met zijn absolute voorkeur voor Linde.

 

De Rode kelkzwammen zie je vanaf eind november verschijnen en in april zijn de laatste te zien.

Februari-maart zijn de beste maanden om ze te zoeken.

Ze leven saprotroof op begraven en bemoste takken van verteerd loofhout en vochtige, vaak bemoste stronken.

Hun voorkeur gaat uit naar standplaatsen die nat zijn gedurende de winter en voldoende beschaduwd zijn tijdens de zomer.

 

Rode kelkzwammen worden in Vlaanderen meestal op dood hout wilg, populier, els of beuk gezien.

Volgens de literatuur zijn er ook vondsten bekend op olm, hazelaar, eik en bomen uit de rozenfamilie (fruitbomen).

Niettegenstaande de recente toename van het aantal vindplaatsen in Vlaanderen blijkt dat het aantal vindplaatsen van rode kelkzwammen op Europees niveau sterk is teruggelopen.

Het verdwijnen van broekbossen door verdroging is één van de belangrijkste oorzaken hiervan.