Stokstaartje ( Suricata suricatta )

 

De vacht van het stokstaartje is grijs, zwart met bruin of bruin met een zilveren glans.

Meestal hebben ze ook donkere strepen op hun lichaam en een zwart staartpuntje.

Stokstaartjes zijn hele goede gravers.

In de harde grond van de woestijnachtige gebieden graven ze uitgebreide gangenstelsels en holen.

Een stokstaartje loopt op vier poten, maar hij kan ook goed op twee poten staan. 

Stokstaartjes komen voor in Zuid-Afrika, Botswana, Zimbabwe en Mozambique.

Ze leven daar in droge open gebieden met een harde grond.

Stokstaartjes zijn carnivoren; ze eten voornamelijk insecten, maar ze eten ook kleine gewervelde dieren, eieren en plantaardig materiaal.

Ze zoeken hun voedsel door in zand en gras te graven en onder stenen te kijken.

Drinken doen ze nauwelijks, al het vocht dat ze nodig hebben halen ze uit hun voedsel.

Stokstaartjes zijn sociale dieren, ze leven in groepen van soms wel dertig dieren.

Eén groep kan uit drie families bestaan.

Het stokstaartje is overdag actief en gevoelig voor kou.

Er staat voortdurend één lid van de groep op de uitkijk voor gevaar zodat de andere leden van de groep veilig rond kunnen lopen.

Deze wacht rouleert gedurende de dag en wordt met geblaf aangekondigd.

Als er gevaar dreigt blaft het stokstaartje hard om de rest van de groep te waarschuwen zodat ze snel in hun hol kunnen vluchten.