Kuifmakaak ( Macaca nigra )

 

De kuifmakaak, een aap met opgezwollen wangen die gedijt in de bossen van Zuidoost-Azië, valt op door zijn complexe sociale gedrag, wat de diversiteit van primaten en hun belang voor het behoud van ecosystemen illustreert.

In Noord-Sulawesi leven minder dan tweeduizend zwarte kuifmakaken, vooral in het natuurreservaat Tangkoko.

Deze populatie is de laatste veertig jaar met tachtig procent afgenomen door jacht en verlies van leefgebied door ontbossing. Regelmatig worden aapjes op markten van top tot teen geroosterd aangeboden als snack.

Ook worden jonge makaken gevangen genomen nadat de moeder is doodgeschoten.

Aan de ketting mogen ze dan kunstjes vertonen, als een soort speeltje.

Het zijn de punkers onder de apen.

Normaal gesproken ligt de hanenkam plat, maar de apen zetten ’m op wanneer ze geagiteerd raken of een ander proberen te imponeren.

Daarnaast hebben ze ook nog eens enorme hoektanden, waar vooral de mannetjes elkaar flink mee kunnen verwonden.

Ze gebruiken deze wapens tijdens onderlinge ruzies om toegang tot voedsel of vrouwen te krijgen.

De hoektanden van een mannetjeskuifmakaak zijn groter dan die van bijvoorbeeld een jachtluipaard.

Jonge kuifmakaken hebben nog geen hanenkam, al zitten er al wel zwarte haren.

Grappig feitje: de mannetjes worden, net als mensen, op latere leeftijd grijs.

Mannetjeskuifmakaken zijn twee keer zo groot als vrouwtjes en ook de baas over ze.

Zowel de mannetjes als de vrouwtjes hebben een zeer aanwezige wenkbrauwboog en opvallende, beenachtige richels over hun wangen.

Deze apen kunnen zo’n tien kilo wegen.

Kuifmakaken vormen enorme familiegroepen van vijftig tot meer dan honderd dieren, maar het zijn normaal gesproken geen herrieschoppers.

Meestal zitten ze rustig en stil in het bos, op de bosbodem of in bomen, en zoeken hun voedsel waar fruit in overvloed is.

Ze eten meer dan honderd soorten planten.

Door het eten van al dat fruit zijn kuifmakaken belangrijke verspreiders van zaad in het bos.

Wanneer er wat minder fruit voor-handen is, vullen ze hun maaltijd aan met bladeren, zaden, scheuten en zelfs vleermuizen, gekko’s, kikkers en vogeleieren.

Kortom: echt kieskeurig zijn ze niet.