Kordofangiraffe ( Giraffa camelopardalis antiquorum )

 

De Kordofangiraf is een ondersoort van de giraf die eerst vooral in Soedan voorkwam. 

Hij wordt ook nog de Nubische netgiraf genoemd. 

Er bestaan ook kruisingen van kordofangiraffen met tsjaadgiraffen.

 

Giraffen slapen maar heel weinig.

Het dier heeft de kortste nachtrust van alle zoogdieren.

Geschat wordt dat een Giraffe gemiddeld 4.5 uur per dag  slaapt.

Slaapjes zijn dan ook heel kort en duren niet langer dan een half uur.

Dit heeft enerzijds te maken met de slaappositie van de giraffe en anderzijds met het gevaar van mensen en roofdieren dat continu op de loer ligt.

 

Om in slaap te vallen laat de giraffe zich zakken tot de grond en legt hij zijn hoofd op z’n rug.

Volwassen giraffen slapen ook wel staand.  

Giraffen eten in principe alleen blaadjes en in het bijzonder de blaadjes van de Vachellia en Senegalia.

In de zomermaanden eet hij ook de bloemen van de boom die rijk zijn aan proteïne.

Tussen de bloemen en blaadjes van de Vachellia en Senegalia zitten flinke stekels.

Met zijn tong, die tot wel 50 cm lang kan worden, manoeuvreert hij langs deze scherpe stekels.

Mocht hij er per ongeluk een doorslikken, dan biedt zijn dikke slijm bescherming. 

 

Giraffen zijn net als koeien, herkauwers en kauwen de hele dag op hun eten.

De maag van een giraffe is opgesplitst in vier compartimenten waarin het eten stap voor stap wordt verteerd.

De eerste blaadjes worden vrij grof ingeslikt, vormen een bal en komen vervolgens terug naar de keel.

Hier wordt vervolgens weer verder op gekauwd en ingeslikt waarna het proces zich een aantal keer herhaalt.

De giraffe heeft hiervoor een aangepast schema.

In de ochtend en avond wanneer het nog wat koeler is gaat hij op zoek naar de blaadjes.

De warme middaguren worden besteed aan het herkauwen van het eten.  

 

Kordofan giraffen zijn in de afgelopen dertig jaar enorm (met wel 80%) gekrompen.

60% van de momenteel nog 2.300 kordofan giraffes leeft in Zakouma National Park in de Republiek Tsjaad.

De soort komt verder ook voor in het Noord-Kameroen, de Centraal-Afrikaanse Republiek en de Democratische Republiek Congo.