Berberaap - Macaca sylvanus
De berberaap komt voor in Marokko, Algerije en op de rots van Gibraltar.
Hij leeft het liefst in een gebied met bergen en kliffen, maar komt ook in het dal voor.
Ze zijn vooral in cederbossen te vinden.
Berberapen hebben geen zichtbare staart
. De staart is een rudimentair aanhangsel, behaard maar verdwenen in de vacht.
Het vrijwel ontbreken van de staart heeft wellicht te maken met het klimaat waarin de apen leven.
Het kan koud zijn en een staart is lastig warm te houden.
De voor- en achterpoten zijn even lang en de dieren lopen op de volle zolen van handen en voeten.
De snuit is kort, de oorschelpen zijn klein.
De vacht is dik en ruw, bruinachtig rood tot zwart met geel, aan de rugzijde donkerder dan aan de buikzijde.
De neusopeningen, met een smal tussenschot, zijn naar beneden gericht.
Berberapen zijn uitstekend aangepast aan het leven in bomen.
Als één van de weinige apensoorten krijgen berberapen in de winter een warme ondervacht, waardoor ze goed bestand zijn tegen de kou. Ieder voorjaar verharen ze.
De vrouwtjes zijn de baas, maar er wordt een mannelijke leider ‘aangesteld’ om voor de veiligheid te zorgen.
Een hoge plaats heeft allerlei voordelen: goed voedsel, een goede slaapboom en bescherming.
Een jong van een hooggeplaatst vrouwtje erft de plaats van de moeder.
Wanneer een groep te groot wordt, deelt deze zich op.
Moeders, dochters en kleindochters blijven hun hele leven in de groep.
Mannetjes verlaten de groep, als ze ongeveer 3,5 jaar oud zijn.
Zij sluiten zich dan bij naburige groepen aan.
Daar moeten ze een nieuwe positie veroveren.
In de groep zijn altijd een paar apen die dienen als wachtpost.
Zij houden de omgeving goed in de gaten en slaan bij gevaar alarm d.m.v. schorre kreten.
Hij eet vooral zaden als eikels, maar ook knoppen, gras, bladeren, knollen, bloemen, paddenstoelen, bast en korstmossen staan op zijn dieet.
Hij eet ook dierlijk materiaal, van insecten tot vogels, waarbij vooral rupsen een belangrijk onderdeel van zijn dieet vormen.
De berberaap heeft wangzakken, waarin hij voedsel kan opslaan.
De status van de soort is volgens de Rode Lijst van de IUCN "Bedreigd".
Dit komt vooral doordat het bos wordt gekapt om ruimte te maken voor landbouwgrond.
Ook wordt deze soort regelmatig als huisdier aangeboden op markten in Marokko en Algerije.
Hij is echter door zijn sloopgedrag en agressiviteit ongeschikt om in huis gehouden te worden.