Kraamwebspin ( Pisauridae )
Kruipend tussen de bladeren van lagere struiken of zonnend op die bladeren vind je soms een vrij grote, bruine spin: de kraamwebspin.
Omdat het woord ‘web’ in haar naam voorkomt, veronderstel je misschien dat deze spin een web weeft om prooien te vangen, maar dat is niet het geval.
De kraamwebspin is een actief jagende spinnensoort.
Ze grijpt haar prooi na een korte, snelle sprint.
Waaraan heeft deze spin dan het woord ‘web’ in haar naam te danken? Wel, nadat het vrouwtje een hele tijd met haar eicocon heeft rondgelopen, weeft ze een tentvormig spinsel waarin ze die eicocon ophangt: het ‘kraamweb’.
Als de kleintjes uit de cocon kruipen, blijven ze nog een tijdje samen in dat beschermende spinsel.
De moeder blijft ook nog even in de buurt om een oogje in het zeil te houden, tot de kleintjes klaar zijn om alleen op jacht te gaan.
Bij heel veel spinnen lopen de volwassen mannetjes gevaar wanneer ze een wijfje benaderen om te paren.
De kans bestaat immers dat het vrouwtje het mannetje aanziet voor een prooi en hem aanvalt.
Daar heeft het mannetje van de kraamwebspin iets op gevonden.
Voor hij een vrouwtje benadert, vangt hij een prooi die hij doodt en mooi als een cadeautje in spinnendraad wikkelt.
Dan benadert hij voorzichtig het vrouwtje en als ze enigszins gerustgesteld is, overhandigt hij haar zijn ‘bruidsgeschenk’.
Doordat het vrouwtje nu haar gifkaken vol heeft met het insect, kan hij met haar paren zonder het risico te lopen om gebeten te worden.
Bij spinnen gaat de liefde nog wel eens door de maag van de vrouw.
Deze spinnen hebben een overlangs gestreepte, ovale carapax en lange poten.
De lichaamslengte varieert van 1 tot 2,6 cm.
Ze leven in de buurt van water.
Om de aandacht van een vis te trekken, steken ze een poot in het water en als de nieuwsgierige vis komt kijken wordt deze door de spin gegrepen.
Ze maken geen web, maar rennen op de grond achter hun prooi aan.
Deze familie komt wereldwijd voor op de grond, op het wateroppervlak en op waterplanten.