Zandhalmuiltje ( Mesoligia furuncula )
Deze uil is slanker gebouwd dan de andere halmuiltjes en heeft een smallere voorvleugel.
Hoewel de soort buitengewoon variabel is, vormt de opvallend rechte scheidingslijn tussen de binnenste en de buitenste vleugelhelft in de meeste gevallen een duidelijk zichtbaar kenmerk.
Bij de meest karakteristieke vorm vertoont de voorvleugel in rust een opvallende en contrastrijke tweedeling tussen de donkerbruine binnenste vleugelhelft en de witachtige met lichtbruine buitenste helft.
Bij andere vormen hebben beide vleugelhelften min of meer eenzelfde geel-, oranje- of bruinachtige kleur; ook bij deze exemplaren is de scheidingslijn meestal goed te zien.
Soms hebben deze vormen een tamelijk contrastrijk uiterlijk door de duidelijk afstekende lichte ringvlek en/of niervlek en de witachtige dwarslijnen; soms is ook een korte donkere balk zichtbaar tussen de binnenste dwarslijn en de scheidingslijn in het midden van de voorvleugel.
De vleugelzoom is meestal grauw van kleur en dan duidelijk donkerder dan het aangrenzende deel van het zoomveld.
Bij andere vormen is de tekening vaag of nagenoeg afwezig, waardoor deze vlinders een tamelijk gelijkmatig uiterlijk hebben.
Vliegt van eind juni-half september in één generatie.
De vlinders komen zowel op licht als op smeer en bezoeken bloemen van onder andere kruiskruid.
De mannetjes vliegen overdag laag over de grond, vooral rond zonsondergang.
Diverse grassen, waaronder ruwe smele, ruig schapengras, zinkschapengras en glanshaver als waardlanten.
Hun habitat bestaat uit open graslanden met een korte vegetatie, vooral in de duinen en op kalkgrond; ook tuinen.