Vlekdaguil ( Heliothis peltigera )
De grondkleur van deze uil varieert van strokleurig geel tot geelachtig bruin.
Vaak zijn in het voorjaar vooral lichte en in het najaar vooral donkere exemplaren te zien.
Kenmerkend is de diffuse bruine vlek langs de voorrand die één geheel lijkt te vormen met de grijze niervlek.
Langs de voorrand bevindt zich bovendien een donkere, min of meer driehoekige vlek aan het uiteinde van de golflijn en een donker vlekje aan het uiteinde van de binnenste dwarslijn.
Tussen de buitenste dwarslijn en de golflijn bevindt zich doorgaans een donkerdere band.
In de binnenrandhoek ligt een kenmerkende zwarte stip.
De achtervleugel is licht grijsachtig bruin met een brede donkerbruine of zwarte zoom, waarin vaak een witte vlek ligt.
Deze trekvlinder kan worden waargenomen tussen mei en september, met de hoogste aantallen in de eerste helft van augustus.
De rups leeft vooral op de bloemen van de waardplant.
De soort is niet in staat om bij ons te overwinteren.
Waardplanten zijn Stalkruid, donderkruid en kleverig kruiskruid; in tuinen ook afrikaantjes.
Het is een trekvlinder uit Zuid-Europa die verspreid over het land kan worden waargenomen; de aantallen wisselen van jaar tot jaar.
Wijdverbreid en in grote aantallen in het hele Middellandse Zeegebied en in Afrika naar het zuiden tot Sudan en Eritrea.
In Europa alleen standvlinder bij de Middellandse Zee en als tamelijk regelmatige trekker tot Noord-Engeland en Scandinavië.
In België zeer zeldzaam.