Glasvleugelpijlstaart ( Hemaris fuciformis )

 

De glasvleugelpijlstaart heeft een kort, gedrongen achterlijf dat met een dichte, lichtbruine beharing bezet is.

Centraal over het achterlijf loopt een bruinrode band.

De vleugels zijn grotendeels doorzichtig, met een brede roodbruine rand.

De rups van de glasvleugelpijlstaart is groen, met een opvallende stekel op het einde van het achterlijf.

Langs de zijkant valt een rij donkere stippen op.

Net als de Kolibrievlinder haalt de glasvleugelpijlstaart nectar uit bloemen.

Bij de vlinderstruik kan je hem verwachten,  maar evenzeer bij inheemse planten zoals slangenkruid, dagkoekoeksbloem,  kruipend zenegroen of grote kattenstaart.

Hoewel de glasvleugelpijlstaart geen grote zeldzaamheid is in het grootste deel van het land lijkt hij in de westelijke helft van Vlaanderen nagenoeg te ontbreken.

Ten westen van de lijn Antwerpen-Brussel gebeurden de laatste jaren amper een handvol waarnemingen van zwervende individuen.