Geraniumblauwtje ( Cacyreus marshalli )
De bovenkant van de vleugels is zowel bij het mannetje als bij het vrouwtje bruin met een geblokte franje.
De onderkant van de vleugels is bruinwit gemarmerd.
Opvallend zijn de vlekken in de binnenrandhoek van de achtervleugel en het staartje aan de achtervleugel.
De rups leeft aanvankelijk aan de binnenzijde van een bloemknop of als mineerder in een blad, daarna in de stengel.
Zijn aanwezigheid wordt verraden door de rode uitwerpselen op stengels en bladeren.
De verpopping vindt plaats bij de onderste bladeren van de waardplant.
Als waardplanten gebruiken ze Rode hanggeranium of Pelargonium; soms ook (wilde) ooievaarsbek en reigersbek.
Bij de teelt van Pelargonium veroorzaakt het geraniumblauwtje in Zuid-Europa soms aanzienlijke schade.
Het geraniumblauwtje komt oorspronkelijk in Zuid-Afrika voor.
In 1990 is hij voor het eerst in Europa op Mallorca gezien.
Van daaruit verspreidde de soort zich snel over Europa.
Nu is het een algemene standvlinder in grote delen van Zuid-Europa.