Bruine sikkeluil ( Laspeyria flexula )

 

Deze spinneruil heeft een tamelijk slank gebouwd lichaam.

De grijsachtig bruine, vaak lila getinte voorvleugel heeft langs de achterrand bij de vleugelpunt een grote roestbruin gekleurde vlek.

De achterrand van de voorvleugel heeft een dubbele uitholling met halverwege een stompe punt en de vleugelpunt is scherp. Kenmerkend zijn de twee fijne donkergerande geelachtig bruine dwarslijnen, die grofweg recht over de voorvleugel lopen en bij de voorrand een scherpe hoek maken.

Tussen deze centrale dwarslijnen liggen twee zwarte vlekjes.

Ook over de achtervleugel loopt een donkergerande lichte dwarslijn.

Vliegt van begin juni-half augustus en regelmatig een tweede vliegpiek in september.

De vlinders vliegen vanaf de schemering; ze komen op smeer en in mindere mate op licht.

Overdag rusten de vlinders op een boomstam of op naalden op de grond; ze zijn gemakkelijk te verstoren.

Waardplanten : Korstmossen op loofbomen en naaldbomen.

Habitat bestaat uit bossen, struwelen, parken en oude boomgaarden.