Bladplakker ( Glyphotaelius pellucidus )
De volwassen vlinder heeft een kenmerkende uitspringing in de achterrand van de vleugel.
Het mannetje is bont getekend.
Het vrouwtje heeft ook zulk een uitspringing in de vleugel, maar zijn nogal flets getekend.
Het is een vrij grote soort; de vleugellengte is 13-20 mm .
Ze leven voornamelijk in bosachtige gebieden.
Hij is in en bij beekjes te vinden, ook in poelen en greppels.
De larven zitten alleen op plekken met veel bladval, want ze hebben blaadjes nodig om hun kokertjes aaneen te plakken.
De eieren worden in een eipakket op een blad gelegd, tot op ooghoogte, ruim boven de grond dus.
Binnen dit eipakket komen na verloop van tijd de larfjes uit.
In het najaar, wanneer het gaat regenen, spoelen de larfjes met eipakket en al naar beneden.
Op die plek ontstaat dan "hopelijk" een poeltje.
Zo'n poeltje is voor de larve voldoende om zich te ontwikkelen en in het volgend voorjaar uit te vliegen.
Er zijn waarschijnlijk wel meer soorten Limnephilidae die op deze manier eieren leggen, maar het is denkbaar dat het vaak deze soort betreft.