Kleine roodoogjuffer ( Erythromma viridulum )

 

Het mannetje heeft helder rode ogen.

De borststukrug is zwart met blauwe zijkanten.

De schouderstrepen zijn meestal volledig, soms onderbroken tot twee streepjes.

De achterlijfsrug is grotendeels zwart.

In bovenaanzicht zijn de segmenten 1, 9 en 10 blauw. In het blauw van segment 9 staat een zwarte “X”.

In zijaanzicht is de blauwkleuring van het achterlijf uitgebreider: de zijkanten van segmenten 2 en 8 zijn blauw.

Hierdoor zijn de blauwe basis en top van het achterlijf in zijaanzicht niet scherp ‘afgesneden’: het blauw loopt een stukje door richting het midden van het achterlijf.

Van het vrouwtje zijn de ogen aan de bovenzijde bruin, aan de onderzijde geel of groen (niet rood).

De schouderstreep is geheel aanwezig, meestal geel of groen gekleurd.

De achterlijfsrug is geheel zwart.

Zijkant borststuk en begin achterlijf zijn blauw, soms groen.

De zijkant van het midden achterlijf is gelig, soms groen.

De zijkant van het uiteinde van het achterlijf is meestal blauw.

De kleine roodoogjuffer is te vinden in allerlei stilstaande en langzaam stromende wateren met een uitgebreide vegetatie van drijvende planten.

Deze vegetatie is in voedselrijke wateren doorgaans beter ontwikkeld dan in voedselarme of zure wateren.

De kleine roodoogjuffer deelt zijn habitat met grote roodoogjuffer, maar lijkt fijnbladige drijvende planten te prefereren, terwijl grote roodoogjuffer juist planten met brede bladeren prefereert.

Dit is echter geen strikte scheiding.

Soms is hij ook bij zwak brak water te vinden.

De vliegtijd van de kleine roodoogjuffer is van half juni tot eind september, met een vliegpiek van eind juli tot midden augustus.

Deze piek ligt duidelijk later dan bij de grote roodoogjuffer, maar de vliegtijden van beide soorten overlappen in juni tot en met september. Mannetjes zijn vooral op drijvende waterplanten en algenflab te vinden, vaak op enige afstand van de waterkant.

Eitjes worden in tandem afgezet, in ondergedoken (delen van) waterplanten.

Het vrouwtje verdwijnt hierbij vaak geheel of gedeeltelijk onder water.