Bloedrode heidelibel ( Sympetrum sanguineum )
De bloedrode heidelibel is een zomersoort die vliegt vane ind mei tot eind oktober, met een piek van half juli tot begin september. Bloedrode heidelibellen vertonen ongeveer hetzelfde gedrag als de meeste andere heidelibellen.
Jonge dieren zijn in de wijde omtrek van het voortplantingswater aan te treffen, zittend in ruige vegetatie.
Geslachtsrijpe mannetjes vliegen bij het water en gaan regelmatig zitten op uitstekende stengels in de oevervegetatie.
Ze speuren naar vrouwtjes voor de paring.
Mannetjes die dichtbij komen worden meestal verjaagd.
De eitjes worden vliegend in tandempositie afgezet.
Dit gebeurt meestal op vochtige modder op de oever, dus niet in het water.
Bij uitzondering wordt wel ei-afzet direct in het water waargenomen, of op geheel droge stukken land op meters afstand van het water.
In het laatste geval zal dit niet tot nakomelingen leiden.
Allerlei stilstaande watertypen; meestal voedselrijk en met veel vegetatie zijneen ideale habitat.
De poten zijn geheel zwart.
In de basis van de vleugels zit een kleine gele vlek: duidelijk kleiner dan bij de geelvlekheidelibel, maar groter dan bij de bruinrode en steenrode heidelibel.
Mannetje: achterlijf met duidelijke knotsvormige verbreding aan het uiteinde.
Achterlijf in zijaanzicht met zwarte streepjes, soms met elkaar verbonden.
Uitgekleurde mannetjes hebben een bloedrood achterlijf, een vrij egaal roodbruin borststuk, roodbruine ogen, een rood gezicht en roodbruine pterostigma’s. Jonge mannetjes zien eruit als vrouwtjes.
Vrouwtje: achterlijf en voorhoofd geel, later bruin.
Achterlijf in zijaanzicht met zwarte streepjes, die soms een zwarte lijn vormen.
Bij oude vrouwtjes raakt de onderkant van het achterlijf grijs bestoven.
Pterostigma’s bruin.