Bruine duiker ( Colymbetes fuscus )
De Bruine duiker is een algemeen voorkomende waterroofkever.
Dit exemplaar was op het droge gesukkeld aan de oever van een vennetje te Leopoldsburg.
De dekschilden zijn bezet met een dicht net van fijne, zwarte dwarsgroefjes, vaak met groene weerschijn.
De poten zijn bruin.
Deze waterkever is talrijk in begroeide, stilstaande wateren met modderige bodem.
Volwassen kevers komen het hele jaar voor en de typische habitat is stilstaand of langzaam stromend water, vaak tussen dichte waterplanten of marginale vegetatie.
Ze vliegen, worden soms aangetrokken door licht en worden vaak aangetroffen in tijdelijke poelen.
De levenscyclus duurt een jaar, met larven in het voorjaar en de zomer.
Volgroeide exemplaren worden meestal in aantallen aangetroffen waar ze voorkomen en zijn al snel duidelijk in het waternet; het grote formaat en de bleke kleur zijn onderscheidend omdat andere soorten met een vergelijkbare vorm en grootte volledig zwart zijn, of toch bijna.
De kop is zwart met de clypeus en twee markeringen op het hoekpunt rood.
Antennes bleek aan de basis en worden donker naar de top.
Palpen bruin met het laatste segment donker.
Pronotum transversaal met uitstekende voorhoeken en een lijn van sterke gaatjes achter de voorste rand; bleek met het hoekpunt donkerder of uitgebreid donker.
Oppervlak met zeer fijne, onregelmatige microsculptuur en zeer fijne en schaarse gaatjes.
Benen bleek met het achterste dijbeen donker.
Basale segmenten van de protarsus uitgebreid bij de man en met ronde schubben eronder.
Vrouwelijke dekschilden breder, vooral in de apicale helft.
Pro- en masotarsale klauwen ongelijk; de anterieure iets langer en uitgebreid naar de basis.