Vroege zandbij ( Andrena praecox )

 

 

De vroege zandbij is sterk gebonden aan wilg en is dus in het vroege voorjaar aan te treffen.

Ze heeft een sterke beharing en komt vrij algemeen voor in zandvlaktes.

De Vroege Zandbij is een zandbij met een grootte van 9 tot 11 mm.

Het vrouwtje heeft een rossig bruin behaard borststuk.

Ook het achterlijf is sterk bruin behaard, ook op tergieten 4 en 5.

Het mannetje heeft een witte gezichtsbeharing.

Er zijn zwarte haren bij de overgang van borststuk naar achterlijf.

Tergieten 3 en 4 van het achterlijf hebben lichte haren. 

 

Deze bij is een oligolectische soort die gespecialiseerd is op Wilg-soorten.

Deze bij is te vinden op uiteenlopende terreinen, zoals bosranden, halfopen bossen, heidegebieden, duinen, uiterwaarden, landbouwgebieden, groeven en stadsparken.

De nesten worden solitair gebouwd op schaars begroeide, ruige hellingen, in wegbermen, halfopen bosbodems of op opgespoten terreinen, soms ook in ruige, dichtbegroeide gazons.

De bij vliegt van begin maart tot eind mei.

Het is een waarschijnlijke gastheerbij voor de Geelschouderwespbij Nomada ferruginata.

De Vroege zandbij is sterk gebonden aan wilg en is dus in het vroege voorjaar aan te treffen. Andrena praecox heeft een sterke beharing en komt in Nederland vrij algemeen voor in zandvlaktes (opgespoten terreinen, river- en kustduinen), maar ook bij bosranden, halfopen bossen, heidegebieden en parken. Ze lijkt veel op de Donkere wilgenzandbij, maar die is een stuk groter.